Datum: 20180623
Tijd: 9:50 – 16:45 uur
Afstand: 21,8 km
Overnachting: Bridgeside Guesthouse, Looe
Wandeling
Vandaag wandel ik naar Looe, daar zijn Ada, de kids en ik in 2009 op vakantie geweest. Maar eerst moet ik met de ferry van Fowey naar Polruan. Deze gaat gelukkig om de 15 minuten en als ik op de kade aankom, komt hij er al aan.
Daarna gaat het naar Polperro. Naar Polperro gaat het op en neer en af en toe ook flink steil.
Ze zijn een omheining aan het maken rond een weiland. Eén van de werkers waarschuwt me om op het pad te blijven omdat ik anders vast kom te zitten. De route door het weiland lijkt inderdaad makkelijker, maar boven is de omheining al af en kun je er inderdaad niet meer uit.
Polperro is weer zo’n dorpje dat je pas op het laatste moment ziet liggen. Wel een ideale gelegenheid voor een pauze, er speelt een bandje life op een podium. De pauze wordt dus bij de pub daar in de buurt zodat ik de muziek kan horen, bij de Blue Peter Inn. Lekker een pintje en life muziek.
Als ik weer verder ga, loop ik tegen een optocht aan. Allemaal mensen verkleed als piraat, een soort van harmonie voorop en achteraan nog meer muzikanten. Ik wacht tot ze voorbij zijn en ga dan weer verder.
Vanuit Polperro neem ik Reubens Walk als alternatief voor het Coast Path. Dat gaat iets dichter langs de kust en komt ook dichter bij de mini vuurtoren die hier staat.
Daarna gaat het naar Talland Bay. Hier zijn we toentertijd ook geweest. We hebben toen het Coast Path van Looe naar Talland Bay gelopen en zijn daarna via het binnenland weer terug gegaan. Helaas was toe alles dicht in Talland Bay. Dat is nu niet het geval, er is volk genoeg. Maar ja, wat wil je zaterdag, zomer en lekker weer.
Van Talland Bay naar Looe is een lekker relaxt stukje lopen. Het duurt even, maar dan komt Looe Island in zicht. Daarna loop ik Looe binnen. Door de buitenwijk en dan op naar het centrum.
In het centrum pak ik een pintje bij The Harbour Moon Inn. Hier zijn we in 2009 ook geëindigd na onze wandeling. We hebben hier toen ook gegeten. De kids wilden een hamburger, maar er stond alleen maar cheeseburger op het menu. Ik heb toen drie cheeseburger without the cheese besteld…
Weer
Weer een zonnige dag, lekker wandelweer.
Songtekst van de dag
Het is vandaag weer de 23ste, daarom een nummer voor Ada. Hoewel ze geen echte Black Sabbath fan is (understatement), hoop ik dat ze de geweldig tekst wel kan waarderen. Hier is Symptom Of The Universe:
Take me through the centuries to supersonic years
Electrifying enemy is drowning in his tears
All I have to give you is a love that never dies
The symptom of the universe is written in your eyes
Yeah
Mother Moon—she’s calling me back to her silver womb
Father of creation takes me from my stolen tomb
Seventh Advent unicorn is waiting in the skies
A symptom of the universe, a love that never dies
Yeah
Take my hand, my child of love, come step inside my tears
Swim the magic ocean I’ve been crying all these years
With our love we’ll ride away into eternal skies
A symptom of the universe, a love that never dies
Yeah
Woman, child of love’s creation, come and step inside my dreams
In your eyes I see no sadness, you are all that loving means
Take my hand and we’ll go riding through the sunshine from above
We’ll find happiness together in the summer skies of love
















































































Net na Charlestown is een
De route naar Par is een makkie. Nagenoeg vlak en voor een groot deel langs een golfbaan. Alleen het laatste stukje is iets minder. Dat is ook makkelijk te lopen, maar niet zo mooi. Ik moet namelijk om de klei industrie heen lopen.
In Par is aan het strand weinig te doen. Dat komt wellicht door de industrie die er net langs ligt. In het dorp zelf zijn wel mogelijkheden om iets te drinken, maar ik zit liever ergens aan zee.
Na Polkeris gaat het weer een aantal keer goed omhoog en omlaag, maar het is ook hier voornamelijk gewoon lekker doorwandelen. Als ik bij Gribbin Head aangekomen ben, is het tijd voor koekje en drinken. Dat deden we vroeger met de kids altijd als ze uit school kwamen. Ik ga lekker op de bank zitten bij de daymarker op Gribbin Head en geniet van de zon.
Ik kom bij Polridmouth Cove en even daarna gaat het mis. Dan loop je over een zo goed als vlak zandpad in een klein bos en een stuk vooruit verschijnt er een stile, een hekje waar je overheen moet klimmen. Je kijkt naar waar je heen gaat en let even niet op waar je loopt. Dat was toch dat vlakke zandpad… Springt er zomaar, spontaan, ineens een boomwortel het pad op, precies voor mijn voeten! En wat denk je? Ik struikel en ga vol tegen de vlakte, met mijn gezicht recht op het pad.
In Fowey ga ik linea recta naar mijn hotel zodat ik beter kan kijken hoe het met mijn gezicht is. Dat blijkt vooral onder het stof te zitten, net zoals mijn kleren. Ik had blijkbaar toch niet zo heel goed het stof afgeklopt.





















































Een korte maar zware route vandaag. Het gaat naar Charlestown, een pittoresk vissersdorpje dat vaak gebruikt wordt in film opnames zoals Poldark en (voor de ouderen onder ons) The Onedin Line. Hier liggen ook enkele grote oude zeilschepen. Ik ben hier lang geleden met Ada ook geweest en daarna in 2009 met Ada en de kids. Toen was het weer minder en zijn we het Shipwreck and Heritage Centre in gegaan.
Tijdens het eerste, nog niet zo zware stuk, gaat het veel door weilanden met koeien. Het is een zeer glooiend landschap en ik kan goed zien hoe het Coast Path loopt. Dat is maar goed ook want ik zie dat er koeien staan op een stukje van het Coast Path dat redelijk smal is, aan de rand van het weiland waar struiken staan. Gelukkig zie ik ook dat er een mogelijkheid is om gewoon via het weiland te lopen. Dan kom ik niet in dat smalle stuk terecht en even later kan ik de route gewoon weer oppikken.
Na de weilanden kom ik in Pentewan aan. Dit is een klein dorpje met een vakantie park dat vele malen groter is dan het dorp. Hier zijn de nodige gelegenheden om iets te drinken, maar het is nog veel te vroeg. Ik ben net aan het lopen en heb minder dan 5 kilometer afgelegd. Gewoon door dus.
Na Pentewan begint het ‘zware’ stuk van de wandeling. Het gaat een aantal malen flink steil omlaag en omhoog. Wat mij betreft valt het wel mee, het is wel flink aanpoten, maar ik ben intussen wel wat gewend. Wat ik vervelender vind is dat een flink stuk langs enkele weilanden gaat dat erg smal is. Links is er prikkeldraad en rechts zijn er struiken die gedeeltelijk over het pad groeien. Het pad zelf is een smal uitgesleten spoor. Dat betekent dat je je voeten iedere keer voor elkaar moet zetten en dat loopt niet prettig.
Als ik bij Black Head aankom, maak ik even een uitstapje om naar de punt van Black Head te lopen. Het Coast Path gaat hier aan voorbij, maar aangezien de route vandaag toch al kort is, kan er wel een extraatje vanaf.
Na Black Head is het nog niet gedaan met de steile hellingen. Het gaat nog een keer flink omlaag en omhoog met trap tredes. Die trap tredes zijn zeer ongelijk, zoals dat normaal is op het Coast Path.
Na de pauze gaat het nog één keer omhoog, via een reguliere trap. Daarna loop ik op mijn gemak naar Charlestown. Daar ga ik eerst op het terras zitten voor een pintje (of twee) en daarna loop ik nog even rond de haven in Charlestown. Ik kom ook langs het museum waar we in 2009 met de kids geweest zijn.















































Het ziet er grijs uit vandaag. Het heeft geregend, maar het is droog als ik na het ontbijt vertrek. Bij het ontbijt heb ik met een tweetal vrienden (Nick en David) zitten kletsen die ik gisteren ingehaald heb. Zij zijn eerder weg dan ik met de verwachting dat ik ze wel weer in zal halen.
Op een gegeven moment kom ik in Portholland. Dat is zo groot dat ze een west en east Portholland hebben (maar niet echt). Er is ook een soort van café, maar dat is nog dicht. Geen probleem, het is toch nog te vroeg voor koffie. Ik ben net een uur onderweg.
Dus verder gaat het en na een klein half uurtje kom ik bij Porthluney Cove. Hier is ook een beach café en nu is het tijd voor koffie. Het is namelijk niet echt warm. Buiten het café zie ik iemand’s rugzak liggen en een …. didgeridoo. En ja hoor, Jonnie Seaside is ook voor koffie in het café.
Vandaag heb ik een zeer relaxte route. Weinig echte hoogteverschillen en veel brede paden of weilanden. Het hoogste punt voor vandaag is Dodman Point. Als ik daar aankom is het nog steeds mistig. Achter me is de mist aan het optrekken, voor me blijft het mistig.
Als ik in Gorran Haven aankom is het weer tijd voor koffie bij het Mermaid Café. Als ik daar buiten zit om mijn koffie op te drinken, begint het te miezeren.
Na nog een klein stukje Coast Path kom ik alweer in de bebouwde kom terecht, eerst in Portmellon Cove en daarna in Mevagissey. Ik ben weer eens veel te vroeg bij de B&B. Deze ligt op de heuvel en het dorp (met de pubs) ligt onderaan. Dus omlaag voor een pint en dan straks maar weer omhoog voor de douche.







































































Ik begin vandaag met een rondje rondom Pendennis en daarna door het centrum van Falmouth naar de Prince of Wales Pier. Dat zijn stiekem toch nog 4.5 kilometer voor ik bij de ferry ben.
De eerste ferry gaat van Falmouth naar St Mawes. Daar moet ik 20 minuten wachten (koffie!) en dan ga ik verder met een kleinere ferry (niet veel meer dan een motor sloep) naar Place Creek.
Na verloop van tijd kom ik Jonnie Seaside tegen. Ik ben hem al eerder op het Coast Path tegen gekomen, hij heeft een didgeridoo bij zich. We kletsen wat en hij speelt een stukje voor me en legt uit wat circular breading is, tegelijkertijd door de neus inademen en door de mond uitademen. Dat moet je kunnen om continu te kunnen spelen.
Tijdens de laatste paar kilometer wordt het nog even pittig met een paar steile hellingen rondom Nare Head, maar niks waar ik echt wakker van lig.
Op sommige dagen kun je de eindbestemming van veraf al zien liggen, soms al dagen van te voren. Vandaag is niet zo’n dag. Als ik nog minder dan een halve kilometer hoef te lopen, zie ik Portloe pas liggen. Nog een klein stukje en dan een pintje bij The Lugger (want de Ship Inn is dicht).














































































Ik loop een paar flinke stukken door weilanden en ik vraag me af waarom de koeien altijd precies op het ‘pad’ moeten schijten. Je ziet door een weiland altijd een soort van pad lopen. Als je het aantal koeienvlaaien over het hele weiland bekijkt en je zet dat af tegen het aantal dat op het pad ligt, dan vindt je volgens mij dat er meer koeienvlaaien op het pad liggen dan statistisch verantwoord is.
Dan kom ik de plant met de grote bladeren weer tegen. Deze keer staan er meer en zijn de bladeren niet zo groot, maar het is wel dezelfde plant (denk ik). Ik weet nog steeds niet wat het is…
Bij Maenporth beach ben ik bijna halverwege en neem ik een pauze. Een bak koffie onder het afdak van het beach café. Het is niet koud, alleen nat. Als ik mijn jas uitdoe, vraag ik me af welke kant natter is, de buitenkant of de binnenkant.
En dan ben ik ineens in Falmouth. Sterker nog, ik ben al (bijna) bij mijn hotel. Minder dan 12 kilometer gelopen en al klaar? Dat kan natuurlijk niet. Ik ben ook veel te vroeg bij mijn hotel, het is pas 12:30 uur. Ik check toch even, maar ik kan pas om 14:00 uur in mijn kamer. Ook mijn bagage is er nog niet. Dus het dorp in, een paar extra kilometers maken en een pub opzoeken om vaderdag te vieren! Dat wordt The Grapes, hier hebben ze de nodige bieren die ik nog niet gehad heb.
Als ik in het hotel aankom om in te checken, ligt er een pakketje voor me klaar met als boodschap ‘happy fathersday’. Op mijn kamer aangekomen blijkt er een kadootje van de kids en Ada in te zitten, een zware gegraveerde sleutelhanger met aan één kant “SWCP 16 mei – 16 juli 2018” en aan de andere kant “Down by the seaside”. Ik ben erg blij dat ze aan me gedacht hebben!
Tja, ik had eigenlijk iets van Saxon uit willen kiezen vandaag omdat ik vanmorgen in Saxon Cove begonnen ben. Maar dat was voordat ik mijn vaderdag kadootje van Ada en de kids gekregen had. Gezien dat kado wordt het vandaag uiteraard Down By The Seaside van Led Zeppelin:







































Vandaag begint het nogal vlak. Ik ga eerst langs Lowland Point en zoals de naam al aangeeft is het hier niet echt hoog. Daarna zou de route eigenlijk door een mijngebied gaan. Dat gaat echter niet door vanwege een ingestorte klif met bijbehorende omleiding. En wat voor een omleiding, het gaat meteen steil omhoog en dat een flink stuk. Lang geleden dat ik zo heb moeten klimmen (dat was meer tijdens de eerste wandelingen van het Coast Path). Daarna gaat de omleiding door het binnenland en is het zo slecht nog niet.
Nog een paar kilometer en ik ben bij de Half Way Marker. Dan heb ik de helft van mijn wandelavontuur erop zitten. Dat moet gevierd worden!
Na enkele lage kliffen te hebben gevolgd, moet ik Gillan Creek over zien te komen. Er schijnt een ferry te zijn en bij eb is het ook mogelijk om via stepping stones over te steken of zelfs het overgebleven water te doorwaden. Dat zou mijn route van vandaag een paar kilometer inkorten. Ik ga uiteraard voor de andere optie, er rond omheen lopen.
Nu gaat het richting Helford via een ongelijk bospad langs de rivier. Hier moet ik de Helford River over steken. Er rond omheen lopen is niet echt een optie (te lang), dus dat wordt de ferry. Ik had me eigenlijk voorgenomen om aan de andere kant een pint te drinken. Dat wordt echter iets eerder. De ferry gaat pas om 16:00 uur weer (vanwege te weinig water) en ik ben er rond 14:30 uur. Dat wordt dus wachten, maar dat is geen probleem. Er is een pub vlak bij, The Shipwrights Arms, en die is wel open. Tijd om te vieren dat ik halverwege (geweest) ben…
Na een Guinness en een Proper Job is het 16:00 uur geweest en loop ik weer naar de ferry. Daar ben ik toch de eerste die over wil en ik maak het teken open (een geel rond bord) om aan te geven dat ik naar de andere kant wil. Na een tijdje komt de ferry eraan. De ferry is niets meer dan een motorbootje met plaats voor maximaal 12 personen. Meer reddingsvesten heeft hij niet aan boord en de schipper is expendable…
Aan de Helford Passage kant aangekomen ga ik verder met het Coast Path. Eigenlijk ben ik klaar voor vandaag, maar om in Mawnan Smith te komen, kan ik beter nog een stukje verder lopen en dan naar het dorp. Dus doe ik dat, dat maakt de route van morgen weer een stuk makkelijker.
















































































Als eerste gaat het terug naar het Coast Path, via The Lizard vuurtoren. Rondom The Lizard moeten veel Serpentine rocks (
Na een tijdje het Coast Path gevolgd te hebben, kom ik bij The Devils Frying Pan. Dit is een natuurlijke boog waar het water doorheen kan om in een soort van natuurlijke kom te komen. Ik me zo maar voorstellen dat dat spectaculaire effecten geeft als de zee erg ruw is. Dat is vandaag uiteraard niet het geval (en misschien maar goed ook).
In Kennack Sands neem ik een pauze bij The Beach Hut, tijd voor koffie. Vanaf hier is er niets meer tot in Coverack. Mijn hospita vond dat ik daar toch iets voor bij me moest hebben, vandaar het lunch pakketje.
Als ik bij Black Head ben, is het tijd voor een pauze en voor mijn lunchpakketje. Een boterham met kaas en marmelade (zelfgebakken brood), een scone met marmelade, een mandarijn en een fruit reep. Alles netjes verpakt en met een servet erbij. Een zeer lekkere snack!
Ik ben bijna in Coverack, nog maar een paar kilometer. Op het laatste stuk is er nog een omleiding. Dat is niet zo erg, daardoor kom ik langs The Terence Coventry Sculpture Park. Hier bekijk ik enkele van de beelden die hier tentoongesteld staan. Ik moet Baarlo Steengoed helaas missen, maar hier heb ik in ieder geval toch enkele beeldhouwwerken.
Als ik de omleiding verder volg, schrik ik op een gegeven moment als ik een bocht om ga. Er staat een plant met enorme bladeren. Het is maar één plant en er zitten maar een paar bladeren aan, maar die zijn wel de moeite waard. Iemand enig idee wat dat voor een plant is?
Na nog een stukje over smalle bospaadjes te zijn gelopen, kom in Coverack aan. Hier wordt ik meteen uitgenodigd voor een event dat binnenkort plaatsvind. Ik krijg een flyer in de hand gedrukt. Als ik hier even later op kijk, blijkt het van Jehova’s Getuigen te zijn.
Vandaag heb ik veel naar stenen gekeken (zowel op het pad, als in de rotsen, als bij de beelden in The Terence Coventry Sculpture Park). Vandaar dat ik als songtekst van de dag The Sabbath Stones van Black Sabbath uitgekozen heb. Dat past ook wel een beetje bij de ontmoeting met de Jehova’s Getuigen…
















































































Het begint meteen goed vandaag, nog voordat ik bij Loe Bar ben, heb ik een omleiding te pakken. Een stuk van de klifrand is ingestort en daardoor kan ik er niet door. Een vaste nieuwe route is er nog niet, wel een tijdelijke. Een omleiding van meer dan 4 kilometer voor een stuk van ongeveer 100 meter.
Achteraf heb ik daar geen spijt van. De omleiding gaat het binnenland in en is een mooie afwisselende route tussen weilanden door, met een stuk bos en het laatste stuk gaat langs Loe Pool. Niks mis mee dus.
Loe Pool is het grootste zoet water meer in Cornwall. Het was vroeger een riviermonding (van de Cober), maar in de 13de eeuw ontstond de zandbank die nu Loe Bar heet en daardoor werd de rivier van de zee afgesloten. Zoet en zout water gescheiden door een beetje zand…
In Dollar Cove is een klein cafeetje, niet meer dan een loket in de muur met een paar stoelen ervoor. Maar wel in de schaduw, dus ik neem een pauze voor een kop koffie.
Na Dollar Cove volgt Gunwalloe Church Cove. Die heet zo omdat men hier een kerk gebouwd heeft, de kerk van de stormen, met bijbehorende dooie akker. Niet de meest voor de hand liggende plek. Dat heeft men ook gemerkt omdat er nogal wat onderhoud nodig is. De kerk heeft nogal te lijden van de zee (en de stormen).
De rest van de route gaat ook over de kliffen en regelmatig op en neer. Ik kom nog langs een monument voor Marconi (die van de radio golven). Die heeft vanaf hier het eerste draadloze bericht de wereld in gestuurd en dat in Noord Amerika opgevangen.
Lizard Point is het meest zuidelijke puntje van Engeland. Alweer een mijlpaal dus. Die vier ik met een pint Fire Raven van de Cornish Chough Brewery in het meest zuidelijke café van Engeland.
Rond Lizard Point zie ik ook weer veel Hottentotvijgen, zowel paarse als gele deze keer. Enkele rotsen zijn helemaal overgroeid met het spul. Ik begin te begrijpen wat het probleem is.
Dan gaat het naar de B&B van vandaag, in The Lizard (het dorp). Dat zijn nog eens een dikke 2 kilometer.






















































































































Het eerste stuk van vandaag gaat via een fiets / wandelpad naar Marazion. Hier is St Michaels Mount, een getijdeneiland met een kasteel erop. Een getijdeneiland is alleen eiland als het vloed is, bij eb kun je er gewoon naar toe lopen. En dat is precies wat ik doe. Ik kan bijna de haven inlopen, vanaf de zee kant dan wel te verstaan. Maar helaas, er is net een geul water te veel. Dus maar via de reguliere route, een soort van keien weg.
Na Marazion volgt weer een meer regulier stuk Coast Path, over smalle paden die deels overgroeid zijn. Vandaag valt het met de begroeiing wel mee. Wel is de begroeiing vandaag vijandiger, brandnetels zo hoger dan ik ben en steekspul dat door mijn spijkerbroek heen te voelen is. Ik vraag me serieus af hoe die wandelaars dat doen die met blote armen en benen dit soort paden lopen. Dat moet toch een pijnlijke aangelegenheid zijn. Er zaten vandaag stukken bij waarbij je de brandnetels onder navelhoogte niet kunt ontlopen…
Bij Cudden Point neem ik afscheid van de Queen die tot dan toe het landschap achter mij nog steeds domineerde, samen met St Michaels Mount.
Na de pauze gaat het weer verder richting Praa Sands. Hier loop ik een flink stuk over het strand. Als ik het einde van het strand nader, vraag ik me af of ik wel ergens omhoog kan. Het gaat vanaf het strand een flink stuk omhoog en ik zie nergens een toegang. Wel zie ik een beperkt aantal mensen op het strand helemaal achteraan, dat geeft hoop. En inderdaad, achter een rots verscholen vind ik een smalle stenen trap die naar een bruggetje leidt waar ik weer op het Coast Path kom.
Tot nu toe was het allemaal niet zo spannend. Na Praa Sands veranderd dat enigszins, het gaat weer meer op en neer en het pad is af en toe weer erg ongelijk. Er volgt een flink stuk dat over de kliffen gaat. Die kliffen zijn hier niet zo heel erg hoog.
Ze hebben hier Hottentotvijgen (































































































