Datum: 20180610
Tijd: 9:15 – 16:45 uur
Afstand: 21,8 km
Overnachting: Rockridge House, Porthcurno
Wandeling
Na een goed ontbijt bij de golfclub, gaat het eerst naar Cape Cornwall. Tot zo’n 200 jaar geleden dacht men dat Cape Cornwall de meest westelijke punt van Cornwall was. Pas toen de Ordnance Survey alles in kaart heeft gebracht, werd duidelijk dat dit niet het geval was, maar dat dit Dr Syntax’s Head bij Land’s End is.
Vroeger was er een tinmijn op Cape Cornwall en de schoorsteen staat er nog steeds als hulp bij scheepsnavigatie (ook vroeger).
In 1987 is Cape Cornwall, ter ere van het 100-jarig bestaan (van Heinz), aangekocht door Heinz (die van de ketchup en de baked beans) en aan de National Trust geschonken. Waarschijnlijk als dank voor de vele baked beans die bij het Engelse ontbijt geserveerd worden…
Op Cape Cornwall is ook de ruine van een kleine middeleeuwse kapel te vinden, St Helen’s Oratory.
Nadat ik Cape Cornwall rondgelopen ben, gaat het weer verder over het Coast Path. Het pad is nu niet meer zo ongelijk als de afgelopen twee dagen, maar later op de dag volgen wel weer enkele klauter partijen.
Wel kom ik vandaag ontiegelijk veel grotten tegen, zowel in de zee als op het land. Het lijkt wel cavemen country hier. Sommige van deze grotten zijn afgesloten, maar een groot aantal zijn gewoon open. Aangezien ik niet veel zin heb om in het donker rond te dabberen, loop ik ze allemaal voorbij 🙂
Na een tijdje kom ik in Sennen Cove aan. Hier is een groot strand en er wordt weer druk gesurft. Voor mij is het tijd voor koffie bij de Beach Bar. Daarna bekijk ik de haven nog even, met het capstan house, en loop naar het kustwachters huisje op Pedn-men-du.
Een capstan house werd vroeger gebruikt om boten de scheepshelling op te trekken.
Na Sennen Cove komt het drukste stuk van het Coast Path, tussen Sennen Cove en Land’s End. Het valt vandaag wel mee, ondanks dat het zondag is. De kust is hier wel prachtig en je hebt schitterende uitzichten.
Wat ook opvalt is dat hier inderdaad een ander soort volk rondloopt (die voornamelijk met de auto gekomen zijn). Normaal gesproken groet ik iedereen en dat is wederzijds, goede morgen, goede middag, hallo, hi. Ik doe dat nu ook, maar ik krijg maar af en toe een reactie. Veel mensen kijken nog niet eens om.
Als ik op Land’s End het first and last house gezien heb, is het tijd om deze mijlpaal te vieren met een pintje. Dat doe ik bij de Land’s End Bar & Restaurant. Ik zoek uiteraard een bier uit dat ik nog niet gehad heb, een Nieuw Zeeland’s bier deze keer, Silvetip van de Beerd Brewery. Helaas hebben ze hier nog maar iets meer dan een halve pint van. Heb ik dat weer, het bier op… Maar niet getreurd, we doen het met een halve pint deze keer. Ik moet toch nog een flink stuk wandelen.
Na Land’s End is het nog een klein stukje druk, daarna keert de rust weer.
Het stuk van Sennen Cove tot Land’s End en nog wat verder heb ik met Ada en de kids in 2009 al eens gedaan als onderdeel van een rondwandeling. Land’s End is in die tijd nog toeristischer geworden dan het al was. De bank bij het first and last house is weg en daar staat nu een schutting. Zonde!
Het is nog even behoorlijk ploeteren om in Porthcurno te komen. Daar aangekomen ga ik eerst naar de Cable Station Inn voor een pint. Daarna naar de B&B voor een douche.
Weer
Het was vandaag gelukkig niet zo warm als gisteren. Het begon zonnig, maar later trokken er toch wolken over. Aangename temperatuur en droog. Wat wil een wandelaar nog meer?
Songtekst van de dag
Vanwege het groot aantal grotten van vandaag, gaan we op de experimentele / psychedelische tour. Ik heb vandaag een songtekst uitgezocht waar de meningen nogal over verschillen. Het is in ieder geval het nummer met de langste titel van de betreffend groep. De beste uitleg over de betekenis van de tekst heb ik op de blog van Pink Floyd Lyrics gevonden.
Het is Several Species Of Small Furry Animals Gathered Together In A Cave And Grooving With A Pict van Pink Floyd:
Aye an’ a bit of Mackeral settler rack and ruin
ran it doon by the haim, ‘ma place
well I slapped me and I slapped it doon in the side
and I cried, cried, cried.
The fear a fallen down taken never back the raize and then Craig Marion,
get out wi’ ye Claymore out mi pocket a’ ran doon, doon the middin stain
picking the fiery horde that was fallen around ma feet.
Never he cried, never shall it ye get me alive
ye rotten hound of the burnie crew. Well I snatched fer the blade O my
Claymore cut and thrust and I fell doon before him round his feet.
Aye! A roar he cried frae the bottom of his heart that I would nay fall
but as dead, dead as ‘a can be by his feet; de ya ken?
And the wind cried Mary.
Thank you.