Date: 20180620
Tijd: 9:25 – 17:15 uur
Afstand: 22,5 km
Overnachting: Honeycombe House, Mevagissey
Wandeling
Het ziet er grijs uit vandaag. Het heeft geregend, maar het is droog als ik na het ontbijt vertrek. Bij het ontbijt heb ik met een tweetal vrienden (Nick en David) zitten kletsen die ik gisteren ingehaald heb. Zij zijn eerder weg dan ik met de verwachting dat ik ze wel weer in zal halen.
Dat lukt inderdaad. Na een klein uurtje haal ik ze inderdaad weer in.
Het is mistig vandaag. Ik kon de wolken gisteren al op de heuvels zien liggen.
Op een gegeven moment kom ik in Portholland. Dat is zo groot dat ze een west en east Portholland hebben (maar niet echt). Er is ook een soort van café, maar dat is nog dicht. Geen probleem, het is toch nog te vroeg voor koffie. Ik ben net een uur onderweg.
Dus verder gaat het en na een klein half uurtje kom ik bij Porthluney Cove. Hier is ook een beach café en nu is het tijd voor koffie. Het is namelijk niet echt warm. Buiten het café zie ik iemand’s rugzak liggen en een …. didgeridoo. En ja hoor, Jonnie Seaside is ook voor koffie in het café.
Nadat Jonnie de jonge dames van de bediening de nodige levenslessen heeft bijgebracht komt hij bij me zitten. We zitten een hele tijd te kletsen over wat we zoal doen en mijn koffie pauze wordt een wat langere pauze. Dat is helemaal niet erg, ik heb tijd genoeg vandaag.
Vandaag heb ik een zeer relaxte route. Weinig echte hoogteverschillen en veel brede paden of weilanden. Het hoogste punt voor vandaag is Dodman Point. Als ik daar aankom is het nog steeds mistig. Achter me is de mist aan het optrekken, voor me blijft het mistig.
Het is wel goed uitkijken vandaag. Omdat alles nat is, is het plaatselijk ook erg slippery…
Ik zie vandaag veel fazanten. Die heb ik de afgelopen dagen vaker gezien, meestal mannetjes, maar vandaag ook vrouwtjes. Rare vogels die fazanten, die lopen liever dan dat ze vliegen. Die zijn natuurlijk bang dat als ze opvliegen, iemand ze uit de lucht schiet.
Als ik in Gorran Haven aankom is het weer tijd voor koffie bij het Mermaid Café. Als ik daar buiten zit om mijn koffie op te drinken, begint het te miezeren.
Dus maar gauw verder. Even later kom ik Jonnie weer tegen. Hij heeft een aantal short cuts genomen en me in Gorran Haven ingehaald.
Na nog een klein stukje Coast Path kom ik alweer in de bebouwde kom terecht, eerst in Portmellon Cove en daarna in Mevagissey. Ik ben weer eens veel te vroeg bij de B&B. Deze ligt op de heuvel en het dorp (met de pubs) ligt onderaan. Dus omlaag voor een pint en dan straks maar weer omhoog voor de douche.
Voordat ik weer naar de B&B ga, kom ik Jonnie nog een keer tegen in Mevagissey.
Later, in de B&B, blijkt dat Nick en David ook weer in dezelfde B&B verblijven als ik.
Weer
Bewolkt, zeer bewolkt, erg lage bewolking zelfs, ook wel mist genoemd. Later op de dag een klein beetje miezer regen. Een frisse wind vanuit de zee.
Songtekst van de dag
Aangezien het op Dodman Point de hele dag mistig is gebleven, vandaag Misty Mountain Hop van Led Zeppelin:
Walkin’ in the park just the other day, Baby,
What do you, what do you think I saw?
Crowds of people sittin’ on the grass with flowers in their hair said,
“Hey, Boy, do you wanna score?”
And you know how it is;
I really don’t know what time it was, woh, oh,
So I asked them if I could stay awhile.
I didn’t notice but it had got very dark and I was really,
Really out of my mind.
Just then a policeman stepped up to me and asked us said,
“Please, hey, would we care to all get in line,
Get in line.”
Well you know, They asked us to stay for tea and have some fun,
Oh, oh, he said that his friends would all drop by, ooh.
Why don’t you take a good look at yourself and describe what you see,
And Baby, Baby, Baby, do you like it?
There you sit, sitting spare like a book on a shelf rustin’
Ah, not trying to fight it.
You really don’t care if they’re coming, oh, oh,
I know that it’s all a state of mind, ooh.
If you go down in the streets today, Baby, you better,
You better open your eyes.
Folk down there really don’t care, really don’t care, don’t care, really don’t
Which, which way the pressure lies,
So I’ve decided what I’m gonna do now.
So I’m packing my bags for the Misty Mountains
Where the spirits go now,
Over the hills where the spirits fly, ooh.
I really don’t know.









































































Ik begin vandaag met een rondje rondom Pendennis en daarna door het centrum van Falmouth naar de Prince of Wales Pier. Dat zijn stiekem toch nog 4.5 kilometer voor ik bij de ferry ben.
De eerste ferry gaat van Falmouth naar St Mawes. Daar moet ik 20 minuten wachten (koffie!) en dan ga ik verder met een kleinere ferry (niet veel meer dan een motor sloep) naar Place Creek.
Na verloop van tijd kom ik Jonnie Seaside tegen. Ik ben hem al eerder op het Coast Path tegen gekomen, hij heeft een didgeridoo bij zich. We kletsen wat en hij speelt een stukje voor me en legt uit wat circular breading is, tegelijkertijd door de neus inademen en door de mond uitademen. Dat moet je kunnen om continu te kunnen spelen.
Tijdens de laatste paar kilometer wordt het nog even pittig met een paar steile hellingen rondom Nare Head, maar niks waar ik echt wakker van lig.
Op sommige dagen kun je de eindbestemming van veraf al zien liggen, soms al dagen van te voren. Vandaag is niet zo’n dag. Als ik nog minder dan een halve kilometer hoef te lopen, zie ik Portloe pas liggen. Nog een klein stukje en dan een pintje bij The Lugger (want de Ship Inn is dicht).














































































Na het ontbijt loop ik het dorp in. Ik heb hier gisteren al het een en ander van gezien. Ik weet nog niet wat ik ga doen. Als eerste ga ik naar de Prince of Wales Pier om uit te zoeken hoe het met de ferry zit die ik morgenvroeg vrijwel meteen moet hebben.
Ik slenter verder door het dorp en dan vooral langs de kades om bootjes te kijken. Er liggen ook enkele grote bootjes… Ook ga ik bij enkele galerijen met kunst naar binnen. Af en toe hebben die toch wel leuke spullen staan of hangen. Maar meestal veel te duur voor de onbekende namen (ten minste voor mij) die eraan gekoppeld zijn.













Ik loop een paar flinke stukken door weilanden en ik vraag me af waarom de koeien altijd precies op het ‘pad’ moeten schijten. Je ziet door een weiland altijd een soort van pad lopen. Als je het aantal koeienvlaaien over het hele weiland bekijkt en je zet dat af tegen het aantal dat op het pad ligt, dan vindt je volgens mij dat er meer koeienvlaaien op het pad liggen dan statistisch verantwoord is.
Dan kom ik de plant met de grote bladeren weer tegen. Deze keer staan er meer en zijn de bladeren niet zo groot, maar het is wel dezelfde plant (denk ik). Ik weet nog steeds niet wat het is…
Bij Maenporth beach ben ik bijna halverwege en neem ik een pauze. Een bak koffie onder het afdak van het beach café. Het is niet koud, alleen nat. Als ik mijn jas uitdoe, vraag ik me af welke kant natter is, de buitenkant of de binnenkant.
En dan ben ik ineens in Falmouth. Sterker nog, ik ben al (bijna) bij mijn hotel. Minder dan 12 kilometer gelopen en al klaar? Dat kan natuurlijk niet. Ik ben ook veel te vroeg bij mijn hotel, het is pas 12:30 uur. Ik check toch even, maar ik kan pas om 14:00 uur in mijn kamer. Ook mijn bagage is er nog niet. Dus het dorp in, een paar extra kilometers maken en een pub opzoeken om vaderdag te vieren! Dat wordt The Grapes, hier hebben ze de nodige bieren die ik nog niet gehad heb.
Als ik in het hotel aankom om in te checken, ligt er een pakketje voor me klaar met als boodschap ‘happy fathersday’. Op mijn kamer aangekomen blijkt er een kadootje van de kids en Ada in te zitten, een zware gegraveerde sleutelhanger met aan één kant “SWCP 16 mei – 16 juli 2018” en aan de andere kant “Down by the seaside”. Ik ben erg blij dat ze aan me gedacht hebben!
Tja, ik had eigenlijk iets van Saxon uit willen kiezen vandaag omdat ik vanmorgen in Saxon Cove begonnen ben. Maar dat was voordat ik mijn vaderdag kadootje van Ada en de kids gekregen had. Gezien dat kado wordt het vandaag uiteraard Down By The Seaside van Led Zeppelin:







































Vandaag begint het nogal vlak. Ik ga eerst langs Lowland Point en zoals de naam al aangeeft is het hier niet echt hoog. Daarna zou de route eigenlijk door een mijngebied gaan. Dat gaat echter niet door vanwege een ingestorte klif met bijbehorende omleiding. En wat voor een omleiding, het gaat meteen steil omhoog en dat een flink stuk. Lang geleden dat ik zo heb moeten klimmen (dat was meer tijdens de eerste wandelingen van het Coast Path). Daarna gaat de omleiding door het binnenland en is het zo slecht nog niet.
Nog een paar kilometer en ik ben bij de Half Way Marker. Dan heb ik de helft van mijn wandelavontuur erop zitten. Dat moet gevierd worden!
Na enkele lage kliffen te hebben gevolgd, moet ik Gillan Creek over zien te komen. Er schijnt een ferry te zijn en bij eb is het ook mogelijk om via stepping stones over te steken of zelfs het overgebleven water te doorwaden. Dat zou mijn route van vandaag een paar kilometer inkorten. Ik ga uiteraard voor de andere optie, er rond omheen lopen.
Nu gaat het richting Helford via een ongelijk bospad langs de rivier. Hier moet ik de Helford River over steken. Er rond omheen lopen is niet echt een optie (te lang), dus dat wordt de ferry. Ik had me eigenlijk voorgenomen om aan de andere kant een pint te drinken. Dat wordt echter iets eerder. De ferry gaat pas om 16:00 uur weer (vanwege te weinig water) en ik ben er rond 14:30 uur. Dat wordt dus wachten, maar dat is geen probleem. Er is een pub vlak bij, The Shipwrights Arms, en die is wel open. Tijd om te vieren dat ik halverwege (geweest) ben…
Na een Guinness en een Proper Job is het 16:00 uur geweest en loop ik weer naar de ferry. Daar ben ik toch de eerste die over wil en ik maak het teken open (een geel rond bord) om aan te geven dat ik naar de andere kant wil. Na een tijdje komt de ferry eraan. De ferry is niets meer dan een motorbootje met plaats voor maximaal 12 personen. Meer reddingsvesten heeft hij niet aan boord en de schipper is expendable…
Aan de Helford Passage kant aangekomen ga ik verder met het Coast Path. Eigenlijk ben ik klaar voor vandaag, maar om in Mawnan Smith te komen, kan ik beter nog een stukje verder lopen en dan naar het dorp. Dus doe ik dat, dat maakt de route van morgen weer een stuk makkelijker.
















































































Als eerste gaat het terug naar het Coast Path, via The Lizard vuurtoren. Rondom The Lizard moeten veel Serpentine rocks (
Na een tijdje het Coast Path gevolgd te hebben, kom ik bij The Devils Frying Pan. Dit is een natuurlijke boog waar het water doorheen kan om in een soort van natuurlijke kom te komen. Ik me zo maar voorstellen dat dat spectaculaire effecten geeft als de zee erg ruw is. Dat is vandaag uiteraard niet het geval (en misschien maar goed ook).
In Kennack Sands neem ik een pauze bij The Beach Hut, tijd voor koffie. Vanaf hier is er niets meer tot in Coverack. Mijn hospita vond dat ik daar toch iets voor bij me moest hebben, vandaar het lunch pakketje.
Als ik bij Black Head ben, is het tijd voor een pauze en voor mijn lunchpakketje. Een boterham met kaas en marmelade (zelfgebakken brood), een scone met marmelade, een mandarijn en een fruit reep. Alles netjes verpakt en met een servet erbij. Een zeer lekkere snack!
Ik ben bijna in Coverack, nog maar een paar kilometer. Op het laatste stuk is er nog een omleiding. Dat is niet zo erg, daardoor kom ik langs The Terence Coventry Sculpture Park. Hier bekijk ik enkele van de beelden die hier tentoongesteld staan. Ik moet Baarlo Steengoed helaas missen, maar hier heb ik in ieder geval toch enkele beeldhouwwerken.
Als ik de omleiding verder volg, schrik ik op een gegeven moment als ik een bocht om ga. Er staat een plant met enorme bladeren. Het is maar één plant en er zitten maar een paar bladeren aan, maar die zijn wel de moeite waard. Iemand enig idee wat dat voor een plant is?
Na nog een stukje over smalle bospaadjes te zijn gelopen, kom in Coverack aan. Hier wordt ik meteen uitgenodigd voor een event dat binnenkort plaatsvind. Ik krijg een flyer in de hand gedrukt. Als ik hier even later op kijk, blijkt het van Jehova’s Getuigen te zijn.
Vandaag heb ik veel naar stenen gekeken (zowel op het pad, als in de rotsen, als bij de beelden in The Terence Coventry Sculpture Park). Vandaar dat ik als songtekst van de dag The Sabbath Stones van Black Sabbath uitgekozen heb. Dat past ook wel een beetje bij de ontmoeting met de Jehova’s Getuigen…
















































































Het begint meteen goed vandaag, nog voordat ik bij Loe Bar ben, heb ik een omleiding te pakken. Een stuk van de klifrand is ingestort en daardoor kan ik er niet door. Een vaste nieuwe route is er nog niet, wel een tijdelijke. Een omleiding van meer dan 4 kilometer voor een stuk van ongeveer 100 meter.
Achteraf heb ik daar geen spijt van. De omleiding gaat het binnenland in en is een mooie afwisselende route tussen weilanden door, met een stuk bos en het laatste stuk gaat langs Loe Pool. Niks mis mee dus.
Loe Pool is het grootste zoet water meer in Cornwall. Het was vroeger een riviermonding (van de Cober), maar in de 13de eeuw ontstond de zandbank die nu Loe Bar heet en daardoor werd de rivier van de zee afgesloten. Zoet en zout water gescheiden door een beetje zand…
In Dollar Cove is een klein cafeetje, niet meer dan een loket in de muur met een paar stoelen ervoor. Maar wel in de schaduw, dus ik neem een pauze voor een kop koffie.
Na Dollar Cove volgt Gunwalloe Church Cove. Die heet zo omdat men hier een kerk gebouwd heeft, de kerk van de stormen, met bijbehorende dooie akker. Niet de meest voor de hand liggende plek. Dat heeft men ook gemerkt omdat er nogal wat onderhoud nodig is. De kerk heeft nogal te lijden van de zee (en de stormen).
De rest van de route gaat ook over de kliffen en regelmatig op en neer. Ik kom nog langs een monument voor Marconi (die van de radio golven). Die heeft vanaf hier het eerste draadloze bericht de wereld in gestuurd en dat in Noord Amerika opgevangen.
Lizard Point is het meest zuidelijke puntje van Engeland. Alweer een mijlpaal dus. Die vier ik met een pint Fire Raven van de Cornish Chough Brewery in het meest zuidelijke café van Engeland.
Rond Lizard Point zie ik ook weer veel Hottentotvijgen, zowel paarse als gele deze keer. Enkele rotsen zijn helemaal overgroeid met het spul. Ik begin te begrijpen wat het probleem is.
Dan gaat het naar de B&B van vandaag, in The Lizard (het dorp). Dat zijn nog eens een dikke 2 kilometer.






















































































































Het eerste stuk van vandaag gaat via een fiets / wandelpad naar Marazion. Hier is St Michaels Mount, een getijdeneiland met een kasteel erop. Een getijdeneiland is alleen eiland als het vloed is, bij eb kun je er gewoon naar toe lopen. En dat is precies wat ik doe. Ik kan bijna de haven inlopen, vanaf de zee kant dan wel te verstaan. Maar helaas, er is net een geul water te veel. Dus maar via de reguliere route, een soort van keien weg.
Na Marazion volgt weer een meer regulier stuk Coast Path, over smalle paden die deels overgroeid zijn. Vandaag valt het met de begroeiing wel mee. Wel is de begroeiing vandaag vijandiger, brandnetels zo hoger dan ik ben en steekspul dat door mijn spijkerbroek heen te voelen is. Ik vraag me serieus af hoe die wandelaars dat doen die met blote armen en benen dit soort paden lopen. Dat moet toch een pijnlijke aangelegenheid zijn. Er zaten vandaag stukken bij waarbij je de brandnetels onder navelhoogte niet kunt ontlopen…
Bij Cudden Point neem ik afscheid van de Queen die tot dan toe het landschap achter mij nog steeds domineerde, samen met St Michaels Mount.
Na de pauze gaat het weer verder richting Praa Sands. Hier loop ik een flink stuk over het strand. Als ik het einde van het strand nader, vraag ik me af of ik wel ergens omhoog kan. Het gaat vanaf het strand een flink stuk omhoog en ik zie nergens een toegang. Wel zie ik een beperkt aantal mensen op het strand helemaal achteraan, dat geeft hoop. En inderdaad, achter een rots verscholen vind ik een smalle stenen trap die naar een bruggetje leidt waar ik weer op het Coast Path kom.
Tot nu toe was het allemaal niet zo spannend. Na Praa Sands veranderd dat enigszins, het gaat weer meer op en neer en het pad is af en toe weer erg ongelijk. Er volgt een flink stuk dat over de kliffen gaat. Die kliffen zijn hier niet zo heel erg hoog.
Ze hebben hier Hottentotvijgen (
































































































Het begint een beetje de standaard indeling van een rustdag te worden, ’s morgens de was doen (dichtstbijzijnde wasserette), een beetje het dorp verkennen (ofwel de toerist uithangen) en daarna een brouwerij opzoeken.
Vandaag ziet er weer net zo uit, nadat de wasserette haar werk heeft gedaan, zoek ik het centrum van Penzance op en snuffel wat in diverse galerijen met kunst en enkele winkels met ‘oudheden’ (variërend van echt antiek tot gewoon rommel). In één van de winkels met oud spul staat erg goede synthesizer muziek op. Lijkt op het oude Tangerine Dream, maar blijkt Carbon Based Lifeforms te zijn, een Zweedse ambientgroep. Helaas niet iets voor de songtekst van de dag…
Voor de lunch breng ik nog een bezoek aan de Admiral Benbow, een van de oudste pubs hier. De Guinness smaakt er prima. Als lunch is er de standaard Cornish Pasty.
Daarna gaat het naar het proeflokaal van de
De Queen lag er vanmorgen overigens nog.















Tijdens het eerste stuk gaat het meteen over smalle paadjes die helemaal overgroeid zijn. Niet tot knie hoogte of zo, nee tot boven mijn hoofd. Op sommige stukken is het zo overgroeid dat het pad niet meer te zien is, alleen een vage indruk in de begroeiing. Als mijn voorganger van de klif af was gelopen, was ik er zo achteraan gegaan…
Na het overgroeide stuk kom ik weer pony’s tegen. Ze staan weer eens midden op het pad. Maar als ik het netjes vraag, gaan ze aan de kant. Hoezoe het leven is geen pony kamp?
Rond Lamorna is het afzien, een zeer ongelijk pad, klauteren en af en toe gevaarlijk dicht langs de rand.
Van Lamorna tot Penzer Point is het nog even afzien en daarna volgt een lekker relaxt stuk Coast Path. In Mousehole neem ik nog een kleine pauze met een blikje sap op een bank langs de haven.
In Penzance ligt een vliegdekschip voor de kust. Dat kon ik van veraf al zien liggen. Enig zoekwerk heeft opgeleverd dat het de HMS Queen Elizabeth is, een van de nieuwe paradepaardjes van de Britse marine (er zijn er twee van, de andere heet HMS Prince of Wales). Het schip is in 2017 vaarklaar gemaakt en moet in 2020 volledig operationeel zijn. Als het zover is, dan biedt het onderdak voor zo’n 1600 personen (bemanning en troepen) en is er plaats voor 40 (maximaal 50) vliegtuigen. Kosten ongeveer 4 miljard.



































































