Datum: 20180531
Overnachting: The Old Ship Hotel, Padstow
Activiteiten
Rustdag in Padstow. Aangezien het goed weer is, wil ik wel een boottochtje maken zodat ik de kliffen eens van de andere kant kan bekijken.
Nadat ik eerst Padstow bekeken heb (daar ben je nogal eens mee klaar, maar wel op verzoek de nodige foto’s van pubs), bekijk ik het aanbod van de diverse boottochten. Ik besluit om een boottocht met de Jubilee Queen te gaan maken. Anderhalf uur, niet te duur en je wordt niet zeiknat (dat ben ik gisteren al geworden).
Ik stap in het dorp aan de kade op. Gelukkig is de boot niet afgeladen vol. De GPS track hieronder is van de boot tocht en niet van een wandeling (ik kan nog steeds niet over water lopen).
Na afloop worden we er op het strand uit gegooid, het is eb en dan staat er geen water meer in de haven.
Er is een brouwerij in Padstow, de Padstow Brewing Company. Die moeten we bezoeken. Google komt te hulp met een adres en de route. Eerst even een Cornish Pasty wegwerken en dan gaat het naar de brouwerij. Onderweg kom ik langs de kerk en de dooie akker. Daarna moet ik een flink stuk langs een vrij drukke weg, zonder voetpad of iets erlangs. Niet de meest lekkere wandelroute.
Maar uiteindelijk kom ik boven aan (ja, het ging uiteraard omhoog). Nog een klein stukje en op een industrie terrein vind ik de brouwerij.
Ik wordt vriendelijk ontvangen midden in de bottelarij (of beter gezegd inblikkerij), waar volop bier in blikken verpakt wordt. Ze hebben van alles op fles, maar helaas niks open… De tasting room zit onder in het dorp.
Als de brouwer hoort dat ik te voet naar boven ben gekomen, biedt hij aan om me even naar beneden naar het dorp te brengen. Gezien de wandelroute langs de drukke weg, maak ik hier dankbaar gebruik van.
Onderweg praten we uiteraard over bier. Hij had in Amsterdam alleen Heineken gevonden, dus heb ik hem maar over Brouwerij ’t IJ, De Prael, De Troost en al die anderen verteld. De Padstow Brewing Company bestaat nu 5 jaar en ze brouwen zo’n 15-16 verschillende bieren in kleine batches. De brouwerij draait goed, vandaar dat ze de tasting room in het dorp hebben kunnen openen.
In het dorp aangekomen is de tasting room snel gevonden en daar kan het tasten beginnen.
Eigenlijk was dat de dagbesteding wel, boottochtje en brouwerij bezoek / proeverij. Prima dag invulling wat mij betreft!
Weer
Prima weer vandaag, beter dan gisteren. De hele dag zonnig . Er waren wel enkele erg donkere wolken te zien, ook tijdens de boottocht, maar uiteindelijk is het de hele dag droog gebleven.
Songtekst van de dag
Vandaag stond voor een groot gedeelte in het teken van bier, daarom Beer Drinkers And Hell Raisers van ZZ Top:
If you see me walkin’ down the line
with my fav’rite honky tonk in mind,
well, I’ll be here around suppertime
with my can of dinner and a bunch of fine.
Beer drinkers and hell raisers, yeah.
Uh-huh-huh, baby, don’t you wanna come with me?
The crowd gets loud when the band gets right,
steel guitar cryin’ through the night.
Yeah, try’n to cover up the corner fight
but ev’rything’s cool ‘cause they’s just tight.
Beer drinkers and hell raisers, yeah.
Huh, baby, don’t you wanna come with me?
Ah, play it boy.
The joint was jumpin’ like a cat on hot tin.
Lord, I thought the floor was gonna give in.
Soundin’ a lot like a House Congressional
‘cause we’re experimental and professional.
Beer drinkers, hell raisers, yeah.
Well, baby, don’t you wanna come with me?






































Ik begin op tijd want ik moet op het eind het veer van Rock naar Padstow hebben en ik wil daar zeker op tijd zijn (anders kost me dat een taxi).
Voordat ik aan mijn wandeling begin, loop ik eerst nog een stukje door Port Isaac. Het plaatsje is beroemd omdat hier de serie
Hoewel het venijn in het begin zit, valt het allemaal wel mee. De heuvels zijn niet meer zo hoog, dus iedere klim en afdaling is een stuk korter. Er zijn wel een aantal steile hellingen te nemen, maar dat is allemaal goed te doen. Wel is het goed uitkijken omdat alles nat is. Vooral op rotsachtige stukken betekent dat gladheid.
Na een kilometer of 5 bereik ik Port Quin, een gehucht aan de zee. Normaliter is hier op de parkeerplaats iets te drinken te krijgen (in een oude Citroen HZ), maar vandaag zijn ze vanwege het mooie weer gesloten. Jammer, een kop koffie had er wel ingegaan.
En dan loop je over een niet al te breed pad, boven langs een klif, en dan willen er zo’n stuk of 10 koeien langs. Teruggaan heeft geen zin, dan loop je vast op een ‘stile’. Dus, zo veel mogelijk tegen de rand aan kruipen en zo stil mogelijk blijven zitten. De koeien bekijken zich dit eerst eens, ze vertrouwen het niet helemaal. Dan gaan ze toch één voor één voorbij. Eén van de laatsten is een kalfje en dat heeft meer tijd nodig voordat het voorbij durft. Maar uiteindelijk neemt het een sprintje en schiet voorbij. De koe daarachter kijkt me nog even aan alsof ze wil zeggen: durf je wel tegen een kalfje…
Vlak daarna komt Polzeath in zicht, een badplaats. Ondanks het mindere weer, is er toch genoeg te doen op het strand en in de zee. Hier is er in ieder geval wel koffie, bij een strandtentje.
Ik heb geluk, als ik bij Rock aan het strand kom, komt er net een Ferry aan en kan ik meteen mee. Ze gebruiken vandaag twee ferries. Als we aan de Padstow kant aankomen, wordt duidelijk waarom. Daar staat een enorme rij wachtende.
Ik had voor de zekerheid mijn regenjas maar aangedaan en hoewel die erg warm was, heb ik hem wel de hele dag aangehouden.




























































Voordat ik vandaag aan de officiële wandeling begon, ben ik eerst nog even Tintagel ingelopen. Het oude postkantoor wordt overal genoemd en de kerk. Ook zijn er de King Arthur’s Great Halls. Alles in Tintagel heeft een connectie met Koning Arthur (al was alleen maar in de naam). Je zou je bijna in de middeleeuwen wanen, ware het niet dat het allemaal erg toeristisch is.
Daarna binnendoor naar de kerk, die boven op de kliffen ligt, een eindje weg van het dorp. Uiteraard met bijbehorende dooie akker. In de kerk is een bijzondere oude doopvont. Na de nodige foto’s gemaakt te hebben, heb ik nog een kaarsje aangestoken zodat de rest van mijn reis ook voorspoedig zal verlopen…
Tijd om de Coast Path weer op te pikken. Ik had namelijk een stukje van de route van vandaag overgeslagen. Maar dat was het stuk dat langs Tintagel Castle liep en dat had ik gisteren al gehad.
Vrijwel aan het begin kom ik langs een verlaten leisteen groeve. Ik begrijp dat ze hier leisteen gehaald hebben, wat ik niet begrijp is waarom ze één kolom hebben laten staan. Aan de andere kant, dat ziet er nu wel apart uit.
Uiteraard steil zoals ik dat inmiddels van het Coast Path gewend ben. Dit was meteen na Trebarwith Strand, de laatste beschaving voor het eindpunt. Helaas was dit een beetje te vroeg voor een pauze, ik was net begonnen met wandelen.
Na alle ups en downs kwam ik dan eindelijk in Port Gaverne aan, dat ligt tegen Port Isaac aan. Daarmee waren de hoogteverschillen echter nog niet gedaan. Om in Port Isaac te komen ging het nog één keer flink omhoog en daarna weer omlaag.
Uiteindelijk was ik erg vroeg klaar vandaag. Deels omdat ik op tijd vertrokken was, maar ook omdat de route vandaag niet heel erg lang was. Tijd voor een pint bij de Golden Lion.
Voor later op de dag was er regen voorspeld. Sterker nog, er waren officiële weer waarschuwingen van kracht met betrekking tot thunderstorms en flooding. Maar die zijn hier normaal gesproken zeer lokaal en de kans dat je daardoor getroffen wordt is niet zo heel groot.
Aangezien ik vannacht in Tintagel overnacht heb en daar alles in het teken van de middeleeuwen staat, vandaag een songtekst van een groep die middeleeuwse muziek maakt (zowel akoestisch als een combinatie van rock met traditionele instrumenten). Vandaag Spielmannsfluch van In Extremo:
























































Voordat ik echter daar ben, moet ik eerst de hoogste klif van Cornwall over. De beklimming daarvan gaat wisselend makkelijk (lees niet al te steil) en minder makkelijk (steil dus). Uiteindelijk red ik het dan toch tot op de 223 meter hoge top van High Cliff (originele naam).
Na deze tour de force gaat het voornamelijk omlaag met wel nog enkele pittige steile hellinkjes voordat ik in Boscastle ben. Het is druk in Boscastle, dat zal wel komen omdat het vandaag bank holiday is in Engeland. Ik weet in ieder geval een plekje in de Biergarten te bemachtigen om een pintje te drinken.
Nadat ik mijn water voorraad ook aangevuld heb (die gaat vandaag erg snel met dat warme weer), gaat het weer verder richting Tintagel. Het gaat ook meteen weer flink omhoog. Daarna blijft het een beetje op en neer gaan met enkele steile afdalingen en stijgingen. Uiteindelijk komt dan toch Tintagel Castle in zicht, of in ieder geval de resten daarvan. Ik ben vanmorgen extra vroeg vertrokken omdat ik daar een bezoek aan wil brengen. Ook dat bezoek brengt weer een aantal hoogte meters met zich mee omdat het kasteel en alles dat daarbij hoort op een tweetal heuvels ligt. Maar daar laat ik me niet door weerhouden, die paar extra meters kunnen er ook nog wel bij.
Nadat ik Tintagel Castle bekeken heb, gaat het nog één keer flink omhoog naar het dorp zelf. Hier drink ik nog een pint voordat het naar de B&B gaat voor een welverdiende en hoognodige douche.
Zomerweer vandaag, de hele dag zon. Er waren wel wolken te zien, maar die waren verder weg. Eigenlijk te warm om tegen steile hellingen op te ploeteren. Gelukkig stond er wel een lekker zeebriesje, dat gaf dan weer een beetje verkoeling.












































































Vandaag een meer relaxte route. Alhoewel er op het laats wel enkele kuitenbijters bijzaten. Eigenlijk alles wat een South West Coast Path wandeling dient te hebben:
Iets meer over die rotsen. De rotsen zijn ongeveer 300 miljoen jaar oud en bestaan uit sedimentair gesteente, zandsteen en leisteen (modder en andere mineralen). Ze werden gevormd in de Carboonperiode. Door de jaren heen zijn de rotslagen platgedrukt en gevouwen door de beweging van de aardkorst (de tektonische platen) om op sommige plaatsen bijna verticale lagen te produceren.
En alweer perfect wandelweer. Bewolkt, af en toe een zonnetje en een lekkere temperatuur. Hoewel er af en toe donkere wolken te zien waren, is het helemaal droog gebleven.


























































Dit is mijn 10de wandeldag op het South West Coast Path. En meteen staat er een zware etappe op stapel. Alle documentatie die ik heb (zie
Het eerste stuk is echter heel relaxt, ten minste na de initiële klim. Het gaat zonder al te veel hoogteverschillen boven langs de kliffen en door weilanden. Op het dak van de wereld zeg maar (ten minste voor lokale begrippen).
Na een tijdje kom ik bij een hutje aan. Dit was van de dichter Ronald Duncan die hier inspiratie opdeed. Met zo’n uitzicht moet hij toch wel mooie gedichten geschreven hebben.
Dan wordt ik opeens ingehaald. Dat is bijzonder, meestal ben ik het die inhaald. Het is iemand die het stuk dat ik vandaag wandel rennend aflegd. Ik dacht dat ik veel zweette, maar hij is van top tot teen drijfnat. Als we even praten loopt er een konstant straaltje vocht van zijn pet. Ben ik even blij dat ik mag wandelen.
Ik was eigenliijk niet van plan om naar Morwenstow te lopen, de route van vandaag is zo al lang genoeg. Er is echter een omleiding omdat een deel van het Coast Path onbegaanbaar is. Die omleiding gaat via Morwenstow. Als ik dan toch al daar ben, dan kan er ook wel een kop koffie vanaf in de Rectory Farm Tearoom.
En alweer kom ik langs een hutje, een heel klein hutje deze keer, Hawker’s Hut. Dit hutje is door een plaatselijke geestelijke gemaakt van drijfhout. En alweer om inspiratie voor gedichten op te doen (of om opium te roken). Tja, wat zal het geweest zijn?
Nu moet ik tijdelijk mijn mond houden en mijn gedachten in toom. Ik nader namelijk GCHQ Bude, een groot afluister station van de Engelse overheid. Big Brother en zo…
Als allerlaatste gaat het door Bude. Hier is het nodige te doen, strand toerisme en kermis. Na de rivier en het kanaal overgestoken te hebben, zie ik mijn slaapplek voor de nacht, de Brendon Arms, al liggen.
Prima wandelweer vandaag. De dag begon zonnig, maar daarna betrok het flink. De temperatuur was aangenaam, ongeveer 20 °C. Rond 13:00 uur dreigde het te gaan regenen, maar behalve enkele verdwaalde druppels viel er niets. Wel bleef het bijna de hele dag flink bewolkt. Alleen op het laatst, net voor Bude kwam het zonnetje nog even door.






























































































Voordat ik vandaag aan mijn wandeling begin, ga ik eerst door Clovelly naar beneden, naar de haven. Ze zijn iemand aan het verhuizen, dat betekent alles op sleeën en omlaag (kasten, wasmachine, de hele bups). Beneden, achter het hotel bij de haven, komt namelijk een weg uit.
Deze weg neem ik ook en ik kom in de buurt van het Clovelly Visitor Centre weer op het Coast Path uit, na een flinke klim. Die klim had ik me kunnen besparen, op basis van mijn overnachting had ik gebruik kunnen maken van de Landrover service. Maar ja, geen geduld en zo… Eenmaal op het Coast Path, volgt een redelijk relaxte wandeling door de Clovelly Court Gardens met een schuilplaats genaamd Angel’s Wings en een uitzichtpunt naar Blackchurch Rock.
Dan gaat het toch een paar keer naar beneden en weer naar boven. De eerste keer naar het strand bij Blackchurch Rock. Ik probeer deze zo goed mogelijk op de foto te krijgen (met de gaten zichtbaar), maar dat lukt me niet. Daarvoor zou ik de zee in moeten en daar heb ik momenteel even geen zin in.
Na een paar dalingen en stijgingen, volgt wederom een zeer relaxt stuk langs velden boven langs de kliffen tot aan Hartland Point. Hier is het tijd voor een pauze en koffie bij The Hartland Point Outdoor Café waar eten en drinken verkocht wordt. Ze hebben ook een terras en gelukkig hebben ze enkele parasols open zodat ik droog kan zitten (zie weer hieronder). Ze zijn iedere dag open en zeker met dit weer vind ik dat knap. Aan de andere kant, het halve terras zit vol met wandelaars, dus weer of geen weer, hier is altijd iets te doen.
Ik hoef nog maar een kilometertje of 4 – 5, maar die zijn wel zwaar staat er in de SWCP flyer. En dat klopt, de rest van de route is afwisselend relaxt en dan gaat het weer omlaag en terug omhoog, tot 5x toe.
Uiteindelijk is de laatste klim gedaan en zie ik onder me Hartland Quay liggen. Daar moet ik zijn, dat is mijn verblijf voor vanavond en vannacht.
Het begin van de dag is goed, bewolkt en niet koud. Rond een uur of 11 begint het te regenen. Niet hard, ook geen miezer regen. Echte druppels, maar niet al te veel. In ieder geval niet genoeg om mijn broek nat te maken, daar zorgen de struiken waar ik doorheen moet wel voor. Ik heb mijn lichte jack wel bij me, maar dat is veel te warm. Daarbij wordt mijn blouse toch wel nat, daar heb ik bij dit soort wandelingen geen regen voor nodig.

































































































Na een dag rust staat de volgende etappe op stapel, van Westward Ho! naar Clovelly. Het gaat vandaag weer flink op en neer, niet zo erg als de eerste paar dagen, maar toch.
Na een relaxt stukje meteen na Westward Ho! gaat het dan toch flink omhoog en weer omlaag en omhoog en … Een typische Coast Path route dus. Al met al is het wel goed te doen. Wat vooral helpt, is dat na de laatste grote klim de afdaling erg geleidelijk gaat. Die afdaling gaat via de Hobby Drive, een weg naar Clovelly die vroeger een tolweg was. De weg heet zo omdat het aanleggen van de weg een hobby was voor Sir James Hamlyn Williams.
Halverwege de Hobby Drive kom ik een heleboel mensen tegen, bij een uitzichtpunt. Eén van die mensen is Davey, die ik een paar dagen terug ook al tegen kwam in Ilfracombe. We lopen een stuk samen de Hobby Drive af, tot dat Davey het tempo weer wil laten zakken.
Aan het eind van de Hobby Drive wacht Clovelly. Clovelly ligt tegen de heuvel en heeft een heel erg steile hoofdstraat van keien. Gemotoriseerd verkeer is er uitgebannen en alle vervoer gaat via sleeën of ezels. Mijn hotel ligt halverwege de heuvel en ik ben er ruim op tijd. Eerder zelfs dan mijn tassen. Tja, dan maar een plaatselijk biertje tijdens het wachten.
’s Avond blijf ik in het hotel eten en bestel zeekreeft, die is die morgen vers gevangen. Voor mij als niet vis eter is dit de eerste keer dat ik dit eet… Ik ben normaal gesproken niet zo van de foto’s van eten, maar deze keer maak ik een uitzondering.


















































































De eerste activiteiten van vandaag waren van een meer huishoudelijke aard. Naar de wasserette lopen en de was doen. Dat ging verbazingwekkend goed, maar ik zal jullie de details besparen. En nee, de songtekst van vandaag komt niet van Trafassi 🙂
Nadat de huishoudelijke zaken geregeld waren, was het tijd om naar de kust te lopen (een paar honderd meter maar). Daar ben ik begonnen met van links naar rechts alle strand bars af te gaan (niet dat er zo veel zijn). Lekker relaxt op het terras zitten, een beetje lezen, aan dit verslag werken en verder niks doen (behalve mensen kijken).
Perfect zomerweer om aan de kust door te brengen. De hele dag zonnig en een aangename temperatuur.












Voordat ik vertrek, kijk ik nog even rond bij de kerk met bijbehorende dooie akker dat langs de B&B ligt. Dit was de oorspronkelijke kerk van Instow. Volgens mijn hospita lag Instow vroeger namelijk hier tegen de heuvel en is het later verplaatst naar de kust.
Tot aan Bideford volgt het Coast Path weer de Tarka Trail. Dat betekent dus weer lange rechte stukken die een beetje saai dreigen te worden. In Bideford is het tijd voor koffie, bij de White Hart Inn. Terwijl ik koffie drink, hoor ik een nummer dat ik al een eeuwigheid niet meer gehoord heb, Son of my Father van Chickory Tip. Zonder de hele tekst te kennen besluit ik dat dit de songtekst van de dag wordt.
Na Bideford verandert het pad gelukkig weer in een meer Coast Path achtig pad, langs de rivier via smalle paadjes naar Appledore (dit klinkt als een plaatsje uit Harry Potter). Appledore was en is bekend om zijn scheepsbouw. Vroeger werd dat in het Richmond Dry Dock gedaan. Dat raakte echter in onbruik toen een nieuw, modern en overdekt droogdok in gebruik werd genomen. Het Richmond Dry Dock is vernoemd naar
Richmond Bay (in Prince Edward Island in Canada). Daar werden schepen tot een zeewaardig nivo gebouwd, volgestouwd met hout en daarna naar Engeland gestuurd. Hier werden de schepen dan afgewerkt en het hout werd voor verdere scheepsbouw gebruikt.
Op de kade in Appledore zie ik nog net het veer naar Instow vertrekken. Dat had ik ook kunnen nemen, maar wandelen is leuker.
Na deze welkome pauze gaat het verder. Om de hoek is een grote kerk met een enorme dooie akker. Het aantal graven tegen de heuvel is verbazingwekkend groot. Volgens mij hebben ze hier nog nooit een graf opgeruimd.
Aan de rand van Appledore, bijna op het eind van Irsha street (een straat vol met leuke kleurige cottages) kom ik nog een leuk terras tegen. Aangezien het uitzicht hier erg mooi is en ik toch tijd genoeg heb, besluit ik nog maar een pint te nemen, een Dark Horse bij de Beaver Inn.














































































